stramheid (zn):
stroefheid(nl) het zich niet soepel en makkelijk kunnen bewegen., onbuigzaamheid(nl) het zich niet soepel en makkelijk kunnen bewegen., stijfheid(nl) het zich niet soepel en makkelijk kunnen bewegen., strammigheid(nl) het zich niet soepel en makkelijk kunnen bewegen.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com