strike (zn):
slag(nl) —.
(nl) (sport) ''(honkbal, softbal)'' bal die op een goede hoogte over de thuisplaat is geworpen; als de slagman tijdens zijn beurt driemaal zo'n worp niet goed weet te raken is hij uit., slagbal(nl) —.
(nl) (sport) ''(honkbal, softbal)'' bal die op een goede hoogte over de thuisplaat is geworpen; als de slagman tijdens zijn beurt driemaal zo'n worp niet goed weet te raken is hij uit., staking(nl) —.
(nl) (economie) (verouderd) gezamenlijk stoppen met werken door arbeiders als middel om verbeteringen af te dwingen., werkstaking(nl) —.
(nl) (economie) (verouderd) gezamenlijk stoppen met werken door arbeiders als middel om verbeteringen af te dwingen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com