Nederlandse synoniemen voor 'tronk'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor tronk.

tronk (zn):
stam(nl) —.
(nl) stam, ook in figuurlijke betekenis.
, stobbe(nl) —.
(nl) onderste deel van een boom bestaand uit de wortels en een deel van de stam dat na het omhakken of omvallen van een boom overblijft.
, stronk(nl) —.
(nl) onderste deel van een boom bestaand uit de wortels en een deel van de stam dat na het omhakken of omvallen van een boom overblijft.
, boomstronk(de) unterer Teil eines gefällten oder abgebrochenen Baumes., strobbe(de) unterer Teil eines gefällten oder abgebrochenen Baumes.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken