uitkopen (ww):
afkopen(nl) (ov) door geld afkopen, iemand geld betalen om daardoor bepaalde rechten te verwerven of van bepaalde verplichtingen ontslagen te zijn, bijvoorbeeld als aandeelhouder iemands rechten als deelhebber afkopen., leegkopen(nl) (ov) ''(een winkel)'') geheel leegkoopen., opkopen(nl) (ov) ''(een voorraad)'' geheel opkoopen., overnemen(nl) (ov) ''(een voorraad)'' geheel opkoopen., zich vrijkopen(nl) (refl) zich vrijkopen, afkopen.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com