vooroplopen (ww):
vooraanlopen(nl) (ov) als voorste lopen., voorlopen(nl) (ov) als voorste lopen., vooruitlopen(nl) (ov) als voorste lopen., toonaangevend zijn(nl) (ov) (figuurlijk) op anderen vooruit zijn., vooraanstaand zijn(nl) (ov) (figuurlijk) op anderen vooruit zijn.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com