vooroplopen (ww):
voorlopen(nl) —.
(nl) (ov) als voorste lopen., vooruitlopen(nl) —.
(nl) (ov) als voorste lopen., vooraanlopen(nl) (ov) als voorste lopen., toonaangevend zijn(nl) (ov) (figuurlijk) op anderen vooruit zijn., vooraanstaand zijn(nl) (ov) (figuurlijk) op anderen vooruit zijn., aanvoeren(en) intransitive: be ahead of others.
(en) intransitive: have the highest interim score in a game.
vooroplopen (zn):
aanvoeren(en) intransitive: have the highest interim score in a game.
(en) intransitive: be ahead of others., leiden(en) intransitive: have the highest interim score in a game.
(en) intransitive: be ahead of others., leiding(en) intransitive: be ahead of others.
(en) intransitive: have the highest interim score in a game., voorlopen(en) intransitive: be ahead of others.
(en) intransitive: have the highest interim score in a game., voorsprong(en) intransitive: be ahead of others.
(en) intransitive: have the highest interim score in a game.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com