voorouder (zn):
voorvader(nl) (familie) iemand van wie men afstamt.
(en) any of a person's direct ancestors.
(sv) person som man stammar från., ascendent(nl) —., voorgeslacht(nl) —., oervader(nl) (familie) iemand van wie men afstamt., stamvader(nl) (familie) iemand van wie men afstamt., voorzaat(nl) (familie) iemand van wie men afstamt., nakomeling(nl) (familie) iemand van wie men afstamt.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.