N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor aarzelen.
aarzelen (ww):
dubben(nl) (inerg) onzeker zijn, twijfelen.
(fr) (Familier) Hésiter, avoir de la peine à se déterminer, particulièrement quand il s’agit d’un achat, d’une affaire, d’un traité.., talmen(nl) (inerg) onzeker zijn, twijfelen.
(de) intransitiv: etwas aufschieben, nicht sofort tun., weifelen(nl) (inerg) onzeker zijn, twijfelen.
(fr) (Familier) Hésiter, avoir de la peine à se déterminer, particulièrement quand il s’agit d’un achat, d’une affaire, d’un traité.., treuzelen(nl) —., dralen(nl) (inerg) onzeker zijn, twijfelen., temen [2](nl) (inerg) onzeker zijn, twijfelen., schoorvoeten(fr) (Familier) Hésiter, avoir de la peine à se déterminer, particulièrement quand il s’agit d’un achat, d’une affaire, d’un traité.., twijfelen(fr) Ne pas être ferme, vaciller..
aarzelen (bn):
afkerig(en) averse, disinclined; reluctant, unwilling., weifelend(en) averse, disinclined; reluctant, unwilling., weigerachtig(en) averse, disinclined; reluctant, unwilling.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com