N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor ophoepelen.
ophoepelen (ww):
opdonderen(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., opflikkeren(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., ophoeren(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., oplazeren(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., oprotten(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., opsodemieteren(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., wegwezen(en) to go away.
(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., flikker op(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., oppleuren(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., opsodeflikkeren(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., optiefen(en) to go to hell, disappear, screw oneself.
(en) to leave, to go away., er vandoor gaan(fr) Sortir, se retirer hâtivement et malgré soi ; fuir., zich uit de voeten maken(fr) Sortir, se retirer hâtivement et malgré soi ; fuir.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.