kranig

als woordenboektrefwoord:

kranig:
bn. bw. (-er, -st), sierlijk; flink; uitmuntend.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kranig (bn) :
flink, stoer, taai, standvastig, sterk, knap, energiek, dapper, kordaat, ferm, manmoedig, manhaftig

als synoniem van een ander trefwoord:

flink (bn) :
stevig, behoorlijk, pittig, belangrijk, gezond, sterk, echt, goed, knap, aardig, groot, fors, erg, aanzienlijk, degelijk, kras, robuust, potig, kranig, kwiek, fiks, struis, kloek, terdege, duchtig, aan de maat, pront
moedig (bn) :
flink, sterk, onbevreesd, dapper, heldhaftig, stoutmoedig, onverschrokken, kranig, kloek, onvervaard, manhaftig, koen, onversaagd
pittig (bn) :
stevig, flink, behoorlijk, krachtig, voortvarend, degelijk, kranig
branie (bn) :
moedig, dapper, kranig, parmantig
goed (bn) :
flink, taai, kranig

woordverbanden van ‘kranig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c