vroeger

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vroeger (bn) :
gewezen, verleden, voorafgaand, voorbij, voormalig, vorig
vroeger (bw) :
afgelopen, destijds, jongstleden, laatstleden, ooit, vervlogen
vroeger (bw) :
eerst, eertijds, indertijd, tempo doeloe, toen, weleer
vroeger (bw) :
eertijds, gewezen, oudtijds, voorheen, voormalig
vroeger (bw) :
eer, eerder, tevoren, voordezen, voordien

als synoniem van een ander trefwoord:

verleden (bn) :
afgelopen, jongstleden, laatstleden, vervlogen, voorbij, voorbijgegaan, voorlaatst, voorleden, vorig, vroeger
voorafgaand (bn) :
antecedent, ouder, voorafgaandelijk, voorgaand, vorenstaand, vorig, vroeger
oud (bn) :
vervlogen, voorbij, voormalig, vroeger
voorbij (bn) :
vroeger, vervlogen
eerst (bw) :
aanvankelijk, vroeger, tevoren, vooreerst, vóór, in het begin
weleer (bw) :
destijds, eertijds, ooit, voorheen, vroeger
eertijds (bw) :
eens, indertijd, voorheen, vroeger, weleer
eerder (bw) :
eer, vorig, vroeger
eenzijdig (bw) :
eerder, vroeger
eer (bw) :
eerder, vroeger
indertijd (bw) :
vroeger

woordverbanden van ‘vroeger’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Vroeger staat tegenover later, voorheen tegenover na dezen; beide duiden een minder grooten afstand van het tegenwoordige aan dan de beide andere woorden; weleer geeft meestal, en eertijds altoos, een grooten afstand te kennen. Hij is voorheen bij mij in dienst geweest. Ik heb hem vroeger gekend. Hoe krachtig wist Helmers weleer het ingesluimerd vaderlandsch gevoel wakker te schudden! Wat al bezwaren had eertijds de kleinste reis niet in!

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vroeger
huidig, later, momenteel, nu, tegenwoordig, thans

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c