inbraak

als woordenboektrefwoord:

inbraak:
v. het inbreken in een huis om te stelen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

inbraak (zn) :
kraak, braak, huisbraak

als synoniem van een ander trefwoord:

diefstal (zn) :
inbraak, beroving, verduistering, plundering, stroperij, roof, jatwerk, dieverij, ontvreemding
braak (zn) :
kraak, inbraak
huisbraak (zn) :
inbraak
kraak (zn) :
inbraak

woordverbanden van ‘inbraak’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

inbraak
uitbraak

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.008 nc