kei

als woordenboektrefwoord:

kei:
m. (-en), straatsteen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kei (zn) :
ster, genie, kraan, uitblinker, kanjer, bolleboos, crack, klepper
kei (zn) :
klinker, steen, straatsteen, kassei
kei (zn) :
steenblok, rolsteen

als synoniem van een ander trefwoord:

ster (zn) :
meester, grootheid, beroemdheid, idool, topper, uitblinker, kanjer, filmster, talent, kei, diva, virtuoos, star, vedette, superstar
hoogvlieger (zn) :
licht, slimmerik, kei, bolleboos, whizzkid, goochemerd
baas (zn) :
kraan, kanjer, kei, bolleboos, knapperd, klepper
uitblinker (zn) :
ster, kraan, topper, kei, knapperd
kraan (zn) :
kopstuk, kei, knapperd, crack
klepper (zn) :
baas, kraan, kei, bolleboos
steen (zn) :
rotsblok, kiezelsteen, kei
kanjer (zn) :
uitblinker, kei
bikkel (zn) :
kei

woordverbanden van ‘kei’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Van deze steenen zijn de baksteen, klinker en tichelsteen kunstmatig, de kei door de natuur gevormd. Tichelsteen is de ruimste benaming, daar zij op alle kunststeenen, ook op de in de zon gedroogde, toepasselijk is. Oorspronkelijk beteekende tichelsteen echter uitsluitend een steen bestemd om te dekken of te bekleeden; eene beteekenis, die later op tegel is overgegaan. Baksteen is daarentegen de steen, die door de hitte van het vuur verhard is. Klinker noemt men een zoo hard gebakken steen, dat hij klinkt als men er tegen slaat; deze soort wordt inzonderheid tot bestraten gebezigd. Kei noemt men die steensoort, welke òf in ronden vorm in de natuur gevonden wordt, òf door den mensch in vierkanten vorm uit de rots gehouwen wordt, ten einde voor bestrating te dienen.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c