onvermogend

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

onvermogend (bn) :
onbemiddeld, insolvabel
onvermogend (bn) :
impotent

als synoniem van een ander trefwoord:

arm (bn) :
armoedig, kaal, straatarm, onbemiddeld, behoeftig, onvermogend, berooid, armlastig, schamel, misdeeld, doodarm, armelijk, noodlijdend, bezitloos, nooddruftig
onbemiddeld (bn) :
arm, onvermogend

woordverbanden van ‘onvermogend’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aan al deze woorden is het begrip gemeen van datgene ontberen, wat tot de behoeften des levens behoort. Arm staat tegenover rijk; het duidt aan dat men zoo goed als niets heeft, of niet in voldoende mate iets bezit: arm aan geld of middelen, arm aan woorden, arm aan deugden, arm aan vrienden. Behoeftig en nooddruftig zijn sterker dan arm; het eerste duidt aan, dat men zich het noodigste, het tweede dat men zich zelfs het onontbeerlijke niet verschaffen kan; dit woord is alleen in deftigen stijl in gebruik. Armoedig ziet op het uiterlijk, dat blijk geeft van de armoede van dengene, van wien het gezegd wordt. Ofschoon hij arm is, ziet hij er in zijne kleeding toch nooit armoedig uit. Haveloos ziet, evenals armoedig, op het uiterlijk; maar terwijl iemand, die er armoedig uitziet, nog eene zekere netheid kan hebben, heeft haveloos de ongunstige beteekenis van uit armoede voortvloeiende onverschilligheid voor het uiterlijk, dat van zorgeloosheid en verwaarloozing getuigt. Onvermogend is eene zachtere uitdrukking voor arm; het geeft eigenlijk te kennen dat men niet bij machte is om zich het noodige te verschaffen. Als znw. staat naast onvermogende, ook minvermogende, dat hetzelfde begrip minder sterk uitdrukt.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

onvermogend
vermogend

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0087 nc