articulate (ww):
Put into words or an expression
formuleren, uitspreken, verbaliseren, vertolken, vervatten, verwoorden
articulate (ww):
Unite by forming a joint or joints
articuleren
Via: Ensyns.nl
articulate (ww):
articuleren(en) —.
(en) —., uitdrukken(en) —.
(fr) Manifester une pensée., benadrukken(en) —., geleed(en) —., uitleggen(en) —., uitspreken(en) —., verzorgen(en) —., formuleren(fr) exprimer clairement., inkleden(fr) exprimer clairement., uiten(fr) Manifester une pensée., verwoorden(fr) exprimer clairement.
articulate (bn):
duidelijk(en) —., efficiënt(en) —., gelede(en) —., geleed(en) —., geärticuleerd(en) —., klaar(en) —., taalvaardig(en) —., welbespraakt(en) —., welsprekend(fr) qui a du talent pour s’exprimer.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com