vertolken

als woordenboektrefwoord:

vertolken:
(vertolkt), vertalen; uitdrukken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vertolken (ww) :
verkondigen, overbrengen, weergeven
vertolken (ww) :
uitvoeren, interpreteren
vertolken (ww) :
uitleggen
vertolken (ww) :
vertalen

als synoniem van een ander trefwoord:

uiten (ww) :
uitdrukken, verkondigen, bewijzen, uitstoten, zeggen, verwoorden, uitspreken, spreken, onder woorden brengen, manifesteren, ventileren, openbaren, tot uitdrukking brengen, vertolken, aangeven, betuigen, uitbrengen, uitslaan, opperen, bekendmaken, uitstorten, spuien, slaken, betonen, reveleren, aan de dag leggen, ruchtbaar maken
uitdrukken (ww) :
luchten, verkondigen, betekenen, zeggen, verwoorden, overbrengen, uitspreken, tonen, spreken, weergeven, onder woorden brengen, ventileren, tot uitdrukking brengen, vertolken, aanduiden, uiten, spuien, inkleden, vervatten
verkondigen (ww) :
uitdrukken, leraren, uitspreken, leren, verspreiden, vertolken, uiten, uitdragen, prediken, afkondigen, bezingen, kond doen, verkonden
weergeven (ww) :
uitdrukken, verwoorden, vertalen, gestalte geven, interpreteren, reproduceren, vertolken
overbrengen (ww) :
luchten, uitdrukken, overdragen, vertalen, ventileren, vertolken, kanaliseren
uitvoeren (ww) :
opvoeren, spelen, vertonen, vertolken, performen, ten uitvoer brengen
vertalen (ww) :
verwoorden, overbrengen, vertolken
interpreteren (ww) :
uitvoeren, weergeven, vertolken

woordverbanden van ‘vertolken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

vertalen, vertolken

Een geschrift of eene toespraak in eene voor een ander verstaanbare taal overbrengen. Vertalen is uit eene vreemde in de eigen taal iets overbrengen; vertolken kan, behalve voor vertalen, ook gebruikt worden voor het in eenvoudiger taal mededeelen wat dengene, wien men iets vertolkt, in het oorspronkelijke, al was dit ook zijne eigene taal, niet duidelijk was. Het wordt ook gebezigd voor het onder woorden brengen van de gevoelens van zichzelf of anderen. Hij vertolkte de gevoelens der vergadering, toen hij den voorzitter hulde bracht voor de uitnemende leiding.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

vertalen, overzetten, vertolken

In een andere taal overbrengen.

Vertalen zegt dit wel in 't algemeen (uit het Fransch in het Duitsch vertalen), doch heeft meestal de bijgedachte; uit een vreemde taal in de moedertaal overbrengen, of omgekeerd: Een roman uit het Duitsch vertalen (dus in 't Nederlandsch). Overzetten is gewoonlijk hiervoor 't deftige woord: „Het N. T. getrouwelijk in de Nederduitsche taal overgezet". Vertolken onderstelt feitelijk een tusschenpersoon, een tolk, die voor een ander het gesproken woord vertaalt. Vandaar figuurlijk: iemands gevoelen vertolken; de tranen vertolkten, wat er in zijn hart omging (de tranen zijn de tusschenpersoon, de tolk).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 11:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c