slaken

als woordenboektrefwoord:

slaken:
(geslaakt), loslaten; lozen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

slaken (ww) :
uitstoten, lozen, uiten, uitbrengen
slaken (ww) :
ontbinden, losmaken, vieren

als synoniem van een ander trefwoord:

uiten (ww) :
uitdrukken, verkondigen, bewijzen, uitstoten, zeggen, verwoorden, uitspreken, spreken, onder woorden brengen, manifesteren, ventileren, openbaren, tot uitdrukking brengen, vertolken, aangeven, betuigen, uitbrengen, uitslaan, opperen, bekendmaken, uitstorten, spuien, slaken, betonen, reveleren, aan de dag leggen, ruchtbaar maken
ontbinden (ww) :
scheiden, losmaken, verbreken, slaken, losbinden
uitbrengen (ww) :
uitroepen, zeggen, uitspreken, uiten, slaken
uitstoten (ww) :
uiten, uitbrengen, uitbraken, slaken
laten (ww) :
loslaten, geven, slaken
lozen (ww) :
slaken

woordverbanden van ‘slaken’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 378:

lozen, slaken

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 273:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c