bonk (ww):
Hit hard
neerslagen, kritiseren
bonk (ww):
Have sexual intercourse with
de liefde bedrijven, naar bed gaan met, slapen met, batsen, seks hebben, vrijen, bedvogelen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, flensen, fleppen, fokken, ketsen, kezen, kieren, knarren, naaien, neuken, palen, poepen, rammen, rampetampen, rollebollen, seksen, slapen, soppen, vozen, wippen
Via: Ensyns.nl
bonk (ww):
neuken(de) den Geschlechtsakt vollziehen, koitieren.
(fr) Posséder charnellement.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com