Vertaling van 'brag' uit het Engels naar het Nederlands

brag (ww):
opscheppen(en) —.
(de) sich wichtiger erscheinen lassen als man ist; prahlen.
(fr) S’attribuer des qualités que l’on n’a pas.
, bluffen(fr) (Familier) Prendre un air assuré., etaleren(de) sich wichtiger erscheinen lassen als man ist; prahlen., pochen(sv) tala om hur bra man själv är., pralen(de) —., pronken(de) —., renommeren(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken