opscheppen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

opscheppen (ww) :
bluffen, banjeren, pochen, opsnijden, snoeven, grootspreken, ophakken, stoefen
opscheppen (ww) :
serveren, opdienen, opdissen

als synoniem van een ander trefwoord:

pochen (ww) :
opscheppen, pronken, hoog opgeven, bluffen, stoffen, te koop lopen met, brallen, pralen, koketteren met, opsnijden, snoeven, grootspreken, ophakken
bluffen (ww) :
opscheppen, geuren, dik doen, pochen, poeha maken, pralen, opsnijden, grootspreken, blaaskaken, ophakken, stoefen
pronken (ww) :
opscheppen, geuren, paraderen, floreren, pralen, stoefen
stoefen (ww) :
opscheppen, bluffen, stoffen, pochen, opsnijden, snoeven
zwetsen (ww) :
opscheppen, leuteren, opsnijden, snoeven, grootspreken
scheppen (ww) :
opscheppen, halen, graven, grijpen, putten, opdoen
pralen (ww) :
opscheppen, pronken, bluffen, pochen, stoefen

woordverbanden van ‘opscheppen’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c