bluffen

als woordenboektrefwoord:

bluffen:
(gebluft), grootspreken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bluffen (ww) :
blaaskaken, dik doen, geuren, grootspreken, ophakken, opscheppen, opsnijden, pochen, poeha maken, pralen, stoefen

als synoniem van een ander trefwoord:

pochen (ww) :
bluffen, brallen, grootspreken, hoog opgeven, koketteren met, ophakken, opscheppen, opsnijden, pralen, pronken, snoeven, stoffen, te koop lopen met
opscheppen (ww) :
banjeren, bluffen, grootspreken, ophakken, opsnijden, pochen, snoeven, stoefen
stoefen (ww) :
bluffen, opscheppen, opsnijden, pochen, snoeven, stoffen
pralen (ww) :
bluffen, opscheppen, pochen, pronken, stoefen

woordverbanden van ‘bluffen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c