Vertaling van 'budget' uit het Engels naar het Nederlands

budget (zn):
A summary of intended expenditures along with proposals for how to meet them
budget, begroting

budget (zn):
A sum of money allocated for a particular purpose
begroting, beraming, bestedingsnota, bestedingspakket, budget, budgettering, miljardennota, miljoenennota, raming, rijksbegroting, staatsbegroting

budget (ww):
Make a budget
begroten, budgetteren

Via: Ensyns.nl

budget (ww):
budgetteren(en) —.
(en) —.
(sv) beräkna, ta med i budgeten.
(es) —.
, begroten(en) —.
(en) —.
(sv) beräkna, ta med i budgeten.
, opmaken(en) —., opstellen(en) —.

budget (bn):
budgettair(en) —., goedkoop(en) —., low-cost(en) —.

budget (zn):
begroting(en) —.
(en) —.
(de) Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben.
(fi) talousarvio.
, budget(en) —.
(en) —.
(de) Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben.
(de) Budget; Wirtschafts-, Haushaltsplan.
, huishouding(de) —.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken