Vertaling van 'chatter' uit het Engels naar het Nederlands

chatter (zn):
Noisy talk
spuwsel, gebabbel, gezwets, gezwam, gelul, geleuter, gekwebbel, geklets, gekwetter

chatter (ww):
Speak (about unimportant matters) rapidly and incessantly
ratelen, fantaseren

chatter (ww):
Talk socially without exchanging too much information
pruttelen, babbelen, kletsen, zwetsen, chatten, chat

Via: Ensyns.nl

chatter (ww):
babbelen(en) —., klapperen(en) —., klepperen(en) —., kletsen(en) —., kwebbelen(en) —., ouwehoeren(en) —., over koetjes en kalfjes praten(en) —., ratelen(en) —., roezemoezen(en) —.

chatter (zn):
geklets(en) —.
(fr) Abondance de paroles.
, gebabbel(en) —., geklapper(en) —., gekwebbel(en) —., gekwetter(en) —., geouwehoer(en) —., geratel(en) —., geroezemoes(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken