Vertaling van 'couple' uit het Engels naar het Nederlands

couple (zn):
A pair who associate with one another
duo, span, stel, stelletje, tweespan

couple (zn):
(physics) something joined by two equal and opposite forces that act along parallel lines
paar

couple (zn):
Two items of the same kind
stel, koppel, paar, twee, tweetal

couple (zn):
A small indefinite number
paar

couple (ww):
Bring two objects, ideas, or people together
koppelen

couple (ww):
Engage in sexual intercourse
copuleren, paren

Via: Ensyns.nl

couple (zn):
koppel(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —.
(es) —.
, paar(en) —.
(en) —.
(en) —.
(es) —.
, stel(en) —.
(es) —.
, duo(en) —., tweetal(en) —., dubbeling(fr) Élément redondant dans un ensemble., paartje(es) —.

couple (ww):
koppelen(en) —.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken