Vertaling van 'credit' uit het Engels naar het Nederlands

credit (zn):
Recognition by a college or university that a course of studies has been successfully completed; typically measured in semester hours
saldo

credit (zn):
Approval
erkenning

credit (zn):
A short note recognizing a source of information or of a quoted passage
vermelding

credit (zn):
Arrangement for deferred payment for goods and services
krediet

credit (zn):
Money available for a client to borrow
krediet, credit

Via: Ensyns.nl

credit (zn):
krediet(en) —.
(de) Finanzwesen: meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital.
(de) —.
, betalingsuitstel(en) —., kredietwaardigheid(en) —., lof(en) —., lofbetuiging(en) —., saldo(en) —., geloofwaardigheid(de) Glaubwürdigsein; glaubwürdige Eigenschaft., lening(de) —., tegoed(tr) ekonomi.

credit (ww):
crediteren(en) —., geloof hechten aan(en) —., geloven(en) —., toedenken(en) —., toeschrijven(en) —., vermelden(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken