Vertaling van 'decency' uit het Engels naar het Nederlands

decency (zn):
The quality of being polite and respectable
welvoegelijkheid, welgemanierdheid, gepastheid, gemanierdheid, fatsoenlijkheid, fatsoen

decency (zn):
The quality of conforming to standards of propriety and morality
deugdzaamheid, eer, eerbaarheid, eerzaamheid, kuisheid, onschuld, zedelijkheid, zedigheid

Via: Ensyns.nl

decency (zn):
fatsoen(en) —.
(de) kein Plural: gute Umgangsform; gutes, höfliches Benehmen.
, beleefdheid(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken