fatsoen

als woordenboektrefwoord:

fatsoen:
o. (-en), vorm, snede; bewerking.
fatsoen:
o. welgemanierdheid.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

fatsoen (zn) :
decorum, welvoeglijkheid, goede manieren, eerbaarheid, deugdzaamheid, betamelijkheid
fatsoen (zn) :
manieren, welgemanierdheid, fatsoenlijkheid, goede vorm, beschaafdheid
fatsoen (zn) :
model, vorm

als synoniem van een ander trefwoord:

wellevendheid (zn) :
beleefdheid, fatsoen, etiquette, welvoeglijkheid, welgemanierdheid, voorkomendheid, urbaniteit, savoir-vivre, hoffelijkheid, goede manieren, beschaafdheid
vorm (zn) :
omgangsvorm, manieren, manier, code, gedragscode, fatsoen, formaliteit, erecode, conventie, plichtpleging, omgangsvormen
eerbaarheid (zn) :
fatsoen, kuisheid, zedigheid, decentie, pudiciteit, modestie, deugdzaamheid, betamelijkheid, pudeur
decorum (zn) :
waardigheid, fatsoen, savoir-faire
eerlijkheid (zn) :
fatsoen, behoorlijkheid
schik (zn) :
fatsoen, behoorlijkheid
beschaafdheid (zn) :
beleefdheid, fatsoen
plooi (zn) :
model, vorm, fatsoen

woordverbanden van ‘fatsoen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c