mal

als woordenboektrefwoord:

mal:
m. (-len), vorm, model. malletje, o. (-s).
mal:
bn. bw. (-ler, -st), zot, kinderachtig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mal (zn) :
model, vorm, patroon, gietvorm, sjabloon, sjablone
mal (zn) :
sjabloon, tekenmal
mal (bn) :
maf, dwaas, raar, dol, gek, grappig, schots, zot, mallotig
mal (bn) :
speels, jeugdig

als synoniem van een ander trefwoord:

dwaas (bn) :
maf, krankzinnig, stom, onverstandig, idioot, zinloos, raar, vreemd, onzinnig, belachelijk, onwijs, uitzinnig, niet verstandig, dom, dol, bezopen, onnozel, mal, getikt, ongerijmd, zot, mallotig, redeloos, kolderiek, verstandeloos, kluchtig
bespottelijk (bn) :
idioot, onzinnig, lachwekkend, belachelijk, gek, achterlijk, mal, ongerijmd, zot, potsierlijk, mesjogge, ridicuul, koddig, grotesk, gekkelijk
gek (bn) :
dwaas, bizar, wonderlijk, raar, vreemd, onzinnig, bespottelijk, onnozel, mal, geschift, zonderling, zot, bevreemdend
zot (bn) :
dwaas, maf, krankzinnig, idioot, dol, gek, mal, potsierlijk, lijp, kolderiek, kwasterig
zot (bn) :
dwaas, onzinnig, onbegrijpelijk, dol, gek, mal, absurd, ongerijmd
grotesk (bn) :
bespottelijk, mal, buitensporig, potsierlijk, mallotig
raar (bn) :
dwaas, onwijs, gek, mal, halfgaar, schots, zot, daas
lijp (bn) :
dwaas, idioot, onwijs, gek, onnozel, mal
bedonderd (bn) :
dwaas, belazerd, gek, mal, betoeterd
maf (bn) :
dwaas, onzinnig, gek, mal, getikt
belazerd (bn) :
gek, mal, betoeterd
schots (bn) :
raar, gek, mal
model (zn) :
type, schema, ontwerp, voorbeeld, vorm, patroon, mal, prototype, sjabloon, dummy, maaksel, paradigma, richtsnoer, sjablone, exempel
vorm (zn) :
type, model, patroon, mal, leest, gietvorm, afgietsel, matrijs
sjabloon (zn) :
model, patroon, mal, sjablone
matrijs (zn) :
mal, gietvorm, matrix

woordverbanden van ‘mal’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Gek, krankzinnig, zinneloos, van personen gebruikt, geven te kennen, dat iemand het gebruik van zijne verstandelijke vermogens niet heeft; zie over deze en andere hiermede synonieme woorden i. v. krankzinnig. Dwaas, dol, gek, mal en zot, van personen gebruikt, geven te kennen dat iemand door zijne daden aanleiding geeft om hem te bespotten of om hem te lachen, hetzij deze daden het gevolg zijn van beperkte ontwikkeling van het denkvermogen, hetzij deze geen ander doel hebben, dan iets te doen dat ongerijmd is. Dwaas is hij, die in een zeker oogenblik niet wijs handelt. Dol is eigenlijk die het spoor bijster is, die onbezonnen en met woestheid te werk gaat. Gek is diegene, die door af te wijken van de gewone wijze van doen, of door eene zekere mate van inbeelding, zijn onverstand doet blijken. Mal staat meer tusschen kinderachtig en onwijs. Bij den zot vindt men, behalve gemis aan gezond verstand, eene groote mate van verwaandheid. Bij onverstandig ontkent men alleen het hebben van goed verstand. Van zaken en van daden of denkbeelden gebruikt, duidt dwaas het ongerijmde en het ongebruikelijke aan, gek meer het bespottelijke; waar het ongerijmde en bespottelijke vereenigd zijn, daar spreekt men van dol; waar het ongerijmde zijn toppunt bijna bereikt.heeft, van mal; waar het bespottelijke en zinledige in hooge mate uitkomt van zot. Onverstandig, onzinnig en krankzinnig, van daden of gedachten gebezigd, duiden eene onvolkomen werking van het denkvermogen bij den uitvoerende aan. Het eerste drukt dit bet zachtst uit, want het geeft onwetendheid of domheid als grond aan. Onzinnig is sterker; het veronderstelt dat de daad of het denkbeeld het uitvloeisel is van een onvolkomen of verward denkvermogen, terwijl bij krankzinnig dit laatste als bepaald gekrenkt of verkeerd werkend gedacht wordt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 131:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 141:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0039 c