dominate (ww):
Be larger in number, quantity, power, status or importance
beheersen, controleren, domineren, heersen, overheersen, prevaleren
dominate (ww):
Be in control
onderwerpen, domineren, overheersen, beheersen
dominate (ww):
Look down on
neerkijken, neerzien
dominate (ww):
Be greater in significance than
overschaduwen
Via: Ensyns.nl
dominate (ww):
domineren(en) —.
(en) —.
(sv) behärska., overheersen(en) —.
(sv) dominera., overstemmen(de) die Aufmerksamkeit auf etwas in den Hintergrund drängen.
dominate (zn):
dominaat(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com