dullard (zn):
A person who is not very bright
sukkel, appelflap, augurk, dombo, domoor, droplul, druiloor, eend, eendvogel, ei, ezelsveulen, flapdrol, jojo, kalf, kalfskop, kloris, kuiken, leeghoofd, minkukel, nitwit, oelewapper, oen, oetlul, onbenul, schaapskop, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, sufferd, sufkont, sufkop, uilebal, uilskuiken, weetniet
Via: Ensyns.nl
dullard (zn):
sufferig(en) —., slak(de) —., slekke(de) —.
dullard (bn):
saai(es) —.
(es) —.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com