stommeling

als woordenboektrefwoord:

stommeling:
m. en v. (-en), domoor.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

sukkel (zn) :
bloed, bonhomme, cretin, debiel, domkop, domoor, druiloor, dwaas, dwaze, ei, ezel, idioot, imbeciel, klungel, kluns, knoeier, kruk, lijs, loser, mislukkeling, nul, oen, onnozelaar, peer, prutser, schaap, schapenkop, schlemiel, sloeber, stakker, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, stumperd, stuntel, sufferd, sukkelaar, sul, treuzelaar, uilskuiken, ziel, zot, zwakzinnige
domkop (zn) :
domoor, druiloor, eend, ezel, ezelsveulen, hannes, kalfskop, kluns, leeghoofd, oen, onbenul, onnozelaar, onnozele, rund, slaapkop, steenezel, stommeling, sufferd, sukkel, uil, uilenkop, uilskuiken, weetniet
sufferd (zn) :
domkop, dommerd, domoor, dromer, hannes, idioot, kluns, kruk, mafferik, oen, onnozelaar, pezewever, pruts, rund, schotelvod, slaapkop, slaapmuts, stommeling, stommerd, suffer, sukkel, sukkelaar, sul
domoor (zn) :
domkop, druiloor, ezel, ezelsveulen, kalfskop, kluns, leeghoofd, oen, onbenul, onnozelaar, onnozele, slaapkop, steenezel, stommeling, sufferd, sukkel, uil, uilenkop, uilskuiken, weetniet
oen (zn) :
boerenlul, domkop, domoor, druiloor, ezel, ezelsveulen, klojo, kluns, onnozelaar, steenezel, stommeling, stommerd, stommerik, sufferd, sukkel, sul, uil, uilskuiken, weetniet
idioot (zn) :
botterik, debiel, ezel, hansworst, imbeciel, klojo, klootzak, lijpkikker, stommeling, stommerik, sufferd, sukkel, uilskuiken, zakkenwasser
ezel (zn) :
domkop, domoor, druiloor, ezelsveulen, klojo, kluns, oen, onnozelaar, stommeling, stommerd, sufferd, sukkel, uilskuiken
rund (zn) :
stommeling, sufferd

woordverbanden van ‘stommeling’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

stommeling:
domoor

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

domoor, botterik, stommeling, stommerik

Alle vier geven groote traagheid van geest aan bij den persoon, die aldus genoemd wordt. Bij domoor heeft men meer de onwetendheid op het oog, bij de andere woorden het onvermogen om te leeren of te begrijpen.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c