sloeber

als woordenboektrefwoord:

sloeber:
m. (-s), gemene fielt.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

sukkel (zn) :
bloed, bonhomme, cretin, debiel, domkop, domoor, druiloor, dwaas, dwaze, ei, ezel, idioot, imbeciel, klungel, kluns, knoeier, kruk, lijs, loser, mislukkeling, nul, oen, onnozelaar, peer, prutser, schaap, schapenkop, schlemiel, sloeber, stakker, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, stumperd, stuntel, sufferd, sukkelaar, sul, treuzelaar, uilskuiken, ziel, zot, zwakzinnige
stakker (zn) :
dopper, drommel, schlemiel, sloeber, stakkerd, stumper, stumperd, sukkel, sukkelaar, ziel, zielenpoot
pauper (zn) :
arme, clochard, have-not, sloeber, zwerver
sloof (zn) :
sloeber, stakker, ziel

woordverbanden van ‘sloeber’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0031 c