exploit (zn):
A notable achievement
heldendaad, exploit, wapenfeit, prestatie, daad
exploit (ww):
Use or manipulate to one's advantage
exploiteren, uitbuiten, uitknijpen, uitpersen, uitzuigen
exploit (ww):
Draw from; make good use of
exploiteren, uitbaten
exploit (ww):
Work excessively hard
nawerken, overwerken
Via: Ensyns.nl
exploit (zn):
exploit(en) —., heldendaad(en) —., wapenfeit(en) —., prestatie(pl) —.
exploit (ww):
exploiteren(en) —.
(de) Bodenschätze, Rohstoffe, Energie: nutzbar machen, erzeugen.
(de) —.
(pl) —., uitbuiten(en) —.
(de) Bodenschätze, Rohstoffe, Energie: nutzbar machen, erzeugen.
(de) —., misbruiken(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com