Vertaling van 'fellow' uit het Engels naar het Nederlands

fellow (zn):
A man who is the lover of a man or woman
vriendje, minnaar, lief, vriend

fellow (zn):
A boy or man
vent, jongen

fellow (zn):
A person who is member of one's class or profession
collega, ambtgenoot, ambtsbroeder, ambtsgenoot, confrater, confrère, gildebroeder, gildenbroeder, medebroeder, vakbroeder, vakgenoot

fellow (zn):
A friend who is frequently in the company of another
gezelschapsdame, kameraad

fellow (zn):
An informal form of address for a man
kerel, knul, maat

Via: Ensyns.nl

fellow (zn):
kerel(fr) Homme.
(sv) karl.
(de) —.
, makker(fr) Homme.
(de) —.
(de) —.
, vent(fr) Homme.
(sv) karl.
(de) —.
, pik(de) —.

fellow (bn):
aanstaand(it) il proprio simile., gedeeld(sv) som används av fler än en., gemeenschappelijk(sv) som används av fler än en.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken