Vertaling van 'grit' uit het Engels naar het Nederlands

grit (zn):
Fortitude and determination
doortastenheid, vastberadenheid, lef, karakter, perseveratie, persistentie, ruggegraat, ruggengraat, tenaciteit, volhardingsvermogen

grit (zn):
A hard coarse-grained siliceous sandstone
bentheimersteen

Via: Ensyns.nl

grit (zn):
gruis(en) —., grutten(en) —., lef(en) —., vuurspetter(fr) Petite braise dans la fumée., zand(tr) jeoloji, madencilik.

grit (ww):
knarsen(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken