Vertaling van 'homo' uit het Engels naar het Nederlands

homo (zn):
Any living or extinct member of the family Hominidae characterized by superior intelligence, articulate speech, and erect carriage
mensachtige, homo sapiens, mens, mensenkind, sterveling, ziel

homo (zn):
Someone who is sexually attracted to persons of the same sex
homoseksuele, sodemiet, sodemieter, reetkever, poot, holtor, geïnverteerde, gay, flikker, bruinwerker, mietje, nicht, homo, homofiel, homoseksueel

Via: Ensyns.nl

homo (zn):
homo(en) —.
(sv) homosexuell person.
, flikker(fi) homoseksuaalinen mies.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken