Vertaling van 'instructor' uit het Engels naar het Nederlands

instructor (zn):
A person whose occupation is teaching
instructeur, leermeester, lerares, schoolmeester, docent, frik, leraar, onderwijzer, schoolfrik, schoolvos

Via: Ensyns.nl

instructor (zn):
instructeur(en) —.
(fr) Enseignant d’école primaire..
(de) —.
(es) —.
, instructrice(en) —., leermeester(en) —., leermeesteres(en) —., leraar(de) Beruf: Vermittler von Wissen.
(ca) Persona que ensenya d'altres.
(ca) Persona que ensenya d'altres.
(fr) Enseignant d’école primaire..
, meester(fr) Enseignant d’école primaire.., onderwijzer(fr) Enseignant d’école primaire..

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken