Vertaling van 'laugh' uit het Engels naar het Nederlands

laugh (zn):
A humorous anecdote or remark intended to provoke laughter
bak, gebbetje, geestigheid, grap, joke, koddigheid, mop, plaisanterie, witz

laugh (zn):
The sound of laughing
lachen, gelach, lach

laugh (ww):
Produce laughter
uitlachen, lachen

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.