mop

als woordenboektrefwoord:

mop:
m. (-pen), een soort van hond.
mop:
v. (-pen), zeker koekje; grote metselsteen; kwinkslag.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mop (zn) :
grap, bak, aardigheid, geestigheid, anekdote, kwinkslag, scherts, witz
mop (zn) :
liedje, stukje, deuntje, wijsje, deun
mop (zn) :
stuk, brok, klodder, klont
mop (zn) :
baksteen, kloostermop
mop (zn) :
mops, mopshond
mop (zn) :
zeilwrijver
mop (zn) :
koekje

als synoniem van een ander trefwoord:

grap (zn) :
grapje, mop, bak, ui, streek, dwaasheid, aardigheid, gekheid, poets, lolletje, gein, lol, geestigheid, anekdote, klucht, kwinkslag, scherts, farce, grol, snakerij, guitigheid, harlekinade, koddigheid, kluchtigheid, joke, zwans, plaisanterie, gebbetje, jen, witz, pots, gag, paskwil
meisje (zn) :
dochter, juf, mop, kind, jonkvrouw, maagd, spriet, grietje, meid, jongedame, juffrouw, griet, mokkel, moppie, meiske, por, deerne, chick, freule, troel, deerntje, deern, girl, jonge vrouw, jongejuffrouw, kalle
scherts (zn) :
onzin, mop, grap, dwaasheid, aardigheid, spot, gekheid, plagerij, kwinkslag, boert, luim, spotternij, raillerie, grappigheid, plaisanterie, kortswijl
aardigheid (zn) :
mop, grap, geestigheid, kwinkslag, scherts, snaaksheid, koddigheid, kluchtigheid, grappigheid, leukheid
bak (zn) :
grapje, mop, grap, koddigheid, plaisanterie, gebbetje, witz, gag
dweil (zn) :
mop, zwabber, dronkenlap, opneemvod, opneemdoek, grove boenlap
brok (zn) :
stuk, mop, hap, klomp, fragment, brokstuk, bonk, homp, morzel
geestigheid (zn) :
mop, grap, aardigheid, kwinkslag, witz, boutade, wisecrack
klodder (zn) :
mop, vlek, plek, kluit, klont, klad, plakkaat, klak
klont (zn) :
mop, klodder, kluit, kwak, bonk, klonter
zwabber (zn) :
mop, stokdweil

woordverbanden van ‘mop’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Een gezegde of verhaal, dat zonder ernstige bedoeling alleen om te vermaken wordt medegedeeld. Grap drukt dit in het algemeen uit. Aardigheid veronderstelt, dat het gezegde bevallig en behaaglijk is ingekleed; de aardigheid nadert de geestigheid. Hierbij staat echter meer het vernuftige en puntige op den voorgrond. Een scherts wordt om te spelen gezegd, is dus los, ongedwongen en vroolijk. Waar de scherts een geestig, meer boertig gezegde is, noemt men ze kwinkslag. De gekheid, die gezegd wordt, nadert het dwaze en ongerijmde, doch om de geest en het vernuft, die er uit spreken, kan het bij de scherts gerekend worden. Is hetgeen gezegd wordt een kort verhaal met puntige scherts, dan noemt men het een ui, terwijl men onder klucht meer een verhaal verstaat van een grap, die geschied is of als gebeurd zijnde wordt voorge steld. In de laatste jaren wordt voor ui dikwijls het woord mop gebruikt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 195:

in de Woordenlijst onnodig Engels:

mop  zn.:
(dek)zwabber, stokdweil

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0044 c