kind

als woordenboektrefwoord:

kind:
o. (-eren, -ers).kindje, o. (Kindertjes) ; kindeke, kindeken, o.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kind (zn) :
koter, kroost, loot, nageslacht, nakomeling, spruit, telg, vlees en bloed, vrucht
kind (zn) :
joch, jochie, snotaap, snotjongen, snotmeid, snotneus, ventje, wicht
kind (zn) :
baby, ding, kleintje, kleuter, peuter
kind (zn) :
dreumes, grom, keutel, schaap, wurm
kind (zn) :
jongeman, jongedame, minderjarige
kind (zn) :
broed, broedsel, gebroed, jong
kind (zn) :
dochter, zoon

als synoniem van een ander trefwoord:

meisje (zn) :
chick, deern, deerne, deerntje, dochter, freule, girl, griet, grietje, jonge vrouw, jongedame, jongejuffrouw, jonkvrouw, juf, juffrouw, kalle, kind, maagd, meid, meiske, mokkel, mop, moppie, por, spriet, troel
jongen (zn) :
adolescent, boy, joch, jochie, jong, jongeman, jongetje, jonk, kind, knaap, mannetje, ventje
nakomeling (zn) :
afstammeling, descendent, kadee, kind, loot, naneef, nazaat, telg
spruit (zn) :
afstammeling, kind, nakomeling, telg
zoon (zn) :
jongen, kind, knaap
schaap (zn) :
bloedje, kind
vrucht (zn) :
jong, kind
koter (zn) :
kind

woordverbanden van ‘kind’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c