stomp

als woordenboektrefwoord:

stomp:
m. (-en), stoot; duw.
stomp:
v. (-en), kort en dik overblijfsel.
stomp:
m. (-en), kleine mast.
stomp:
bn. bw. (-er, -st), bot, niet scherp : (fig.) versuft.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stomp (zn) :
peuk, slag, dreun, vuistslag, stoot, stamp, opdoffer, por, opstopper, peut, watjekouw
stomp (zn) :
stronk, tronk
stomp (bn) :
rond, bot, onscherp, afgeknot

als synoniem van een ander trefwoord:

slag (zn) :
haal, klap, klets, schot, tik, stomp, zweepslag, rol, veeg, mep, kap, knal, peer, dreun, smak, patat, klop, deuk, bons, mot, knots, stoot, pees, dof, lel, kneep, lap, plof, bots, oplawaai, stamp, knak, percussie, oorvijg, knauw, oorveeg, coup, plakkaat, pats, opstopper, pets, floep, plets, klak, houw, weerbots, pardaf
stoot (zn) :
schok, steek, stomp, slag, schop, beuk, zet, duw, dreun, ruk, botsing, bons, knots, dof, worp, bots, stamp, percussie, nop, coup, por, opstopper, hort
dreun (zn) :
klap, stomp, slag, mep, knal, opdonder, oplawaai, optater, opdoffer, opstopper, peut, watjekouw
boomstronk (zn) :
stomp, stronk, strobbe, stobbe, boomstam
muilpeer (zn) :
klap, stomp, dreun, oorveeg
knoest (zn) :
stomp
bot (bn) :
stomp, afgestompt

woordverbanden van ‘stomp’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bot, stomp

Wat niet scherp is, maar vooral wat zijne scherpte verloren heeft. Bot wordt meer van de snede, stomp meer van de punt gezegd. Een botte schaar. Een stompe degen. Figuurlijk heeft bot de beteekenis van niet snugger, dom, in één woord het tegenovergestelde van snedig; stomp die van vermoeid van geest, versuft. Hij is een bot mensch (een botterik). Ik heb mij daar stomp op gedacht. Ik zeide het hem botweg, d. i. ik wond er geen doekjes om.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

stomp, bot

Wat niet scherp is.

Stomp zegt men meer van een punt, bot van de snede: Een stompe naald, een bot mes. In figuurlijken zin beteekent bot: niet scherp van verstand, niet snedig, dus dom. Hij is een bot mensch, een botterik. Stomp beteekent in overdrachtelijken zin: traag van begrip of van oordeel, suf. Boor het lange peinzen was hij geheel verstompt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 399:

bot, dom, stomp

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 78:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

stomp
puntig, scherp, spits

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c