lomp

als woordenboektrefwoord:

lomp:
v. (-en), oud vod, versleten lap.
lomp:
bn. bw. (-er, -st), zwaar, grof ; onbeschaafd.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lomp (bn) :
barbaars, boers, bokkig, bot, grof, laag-bij-de-gronds, log, lummelig, onbeholpen, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, onbeschaamd, onbeschoft, onbevallig, onfatsoenlijk, ongelikt, ongemanierd, ongracieus, onhandig, onhebbelijk, onheus, plomp, primitief, rauw, ruw, woest
lomp (bn) :
houterig, onbeholpen, onhandig
lomp (bn) :
platvloers
lomp (bn) :
plomp
lomp (zn) :
doek, lap, lor, vod, tod, flodder

als synoniem van een ander trefwoord:

ruw (bn) :
bars, beestachtig, boers, bruut, cru, frank, hardhandig, honds, lasterlijk, lomp, onbehouwen, onbeschaafd, onbeschaamd, oneerbiedig, ongekuist, ongelikt, ongemanierd, ongezouten, onguur, onhandig, plompweg, rauw
onhandig (bn) :
harkerig, houterig, klungelig, klunzig, knullig, links, lomp, lullig, onbedreven, onbeholpen, onbehouwen, plomp, pummelig, schutterig, stokkerig, stumperig, stuntelig, sullig
onbeschaafd (bn) :
barbaars, bot, grof, lomp, onbeleefd, ongeciviliseerd, ongelikt, ongemanierd, onheus, onontwikkeld, onopgevoed, ordinair, plat, proleterig, rauw, rustiek, ruw, wild, woest
grof (bn) :
cru, frank, gemeen, lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, onbeschoft, onfatsoenlijk, ongezouten, platvloers, rauw, ruig, ruw, vrank, vulgair
onfatsoenlijk (bn) :
grof, lomp, onbehoorlijk, onbeschoft, onbetamelijk, oneffen, ongemanierd, ongepast, onkies, onnet, onwelvoeglijk, zedeloos
onheus (bn) :
beledigend, lomp, onaardig, onbeleefd, onbeschaafd, onhoffelijk, onvoorkomend, onvriendelijk, onwellevend, onwelwillend
plomp (bn) :
Aarlanderveens, bot, botweg, grof, log, lomp, lummelachtig, onbehouwen, onbeleefd, ongracieus, onhebbelijk, ruw, vormloos
bot (bn) :
barbaars, grof, lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, ongevoelig, ontactisch, plomp, stompzinnig, tactloos
ongemanierd (bn) :
frank, lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, onbeschoft, ongegeneerd, onhebbelijk, onwellevend, ruw, vrank
bokkig (bn) :
dwars, eigenwijs, gemelijk, koppig, lomp, nors, onhandelbaar, onvriendelijk, pruilend, stuurs, tegendraads
dierlijk (bn) :
animaal, barbaars, beestachtig, bestiaal, bruut, grofzinnelijk, lomp, onbeschoft, onmenselijk, woest
honds (bn) :
cynisch, gemeen, grof, lomp, onbeschaamd, onbeschoft, onvriendelijk, ruw, schandelijk
onbeschoft (bn) :
brutaal, frank, grof, honds, insolent, lomp, onbeschaamd, ongemanierd, ruw
provinciaal (bn) :
achterlijk, bekrompen, boers, kleinburgerlijk, kleinsteeds, lomp
boers (bn) :
boerig, grof, lomp, onbeschaafd, ongemanierd, plat, pummelig, ruw
onbeholpen (bn) :
klungelig, knullig, links, lomp, onhandig, stumperig, stuntelig
onbehouwen (bn) :
bot, grof, log, lomp, ongemanierd, onhandig, plomp, ruw
laag-bij-de-gronds (bn) :
banaal, gemeen, laag, lomp, platvloers, slecht
vormeloos (bn) :
amorf, lomp, ongevormd, plomp, vormloos
onhebbelijk (bn) :
lomp, onbeschaamd, ongemanierd, ruw
primitief (bn) :
barbaars, lomp, onbeholpen, wild
asociaal (bn) :
lomp, onaangepast, onbeschaafd
log (bn) :
lomp, onbehouwen, plomp, zwaar
houten (bn) :
houterig, lomp, saai, stijf
links (bn) :
lomp, onbeholpen, onhandig
ruig (bn) :
lomp, wild, woest
onbeholpen (bn) :
lomp, primitief
vod (zn) :
doek, dweil, lap, lomp, lor, prul, tod, vaatdoek, vodde
lap (zn) :
coupon, doekje, flard, lomp, reep, stuk, vod

woordverbanden van ‘lomp’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

On gemanierd en onbeleefd drukken uit, dat men de regels der wellevendheid uit het oog verliest; ongemanierd is sterker dan onbeleefd, het nadert meer tot lomp en onbeschoft; lomp is hij, die uit onervarenheid of plompheid in lijnrechten strijd met de regels der wellevendheid handelt. Hij was met opzet onbeleefd en groette niet. Die knaap is een ongemanierde vlegel. De lompe boer hield in de kamer van den prins zijne pet op het hooofd. Onbeschoft geeft te kennen dat men niet alleen lomp, maar ook beleedigend is. Die onbeschofte vlegel durfde mij nog beleedigen ook.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Zonder fatsoen.

Onbeleefd wijst aan, dat men de regels der wellevendheid uit het oog verliest. Met is onbeleefd een dame naar haar leeftijd te vragen.

Ongemanierd zegt, dat men onbeleefd in zijn manieren, in zijn handelwijs is, zoodat men in den regel ergernis verwekt. Het is hoogst ongemanierd aan tafel het zout met zijn vingers aan te vatten.

Lomp wil zeggen, dat men de regels der wellevendheid niet kent en er dus vaak lijnrecht mee in strijd handelt. De lompe boer sprak den Burgemeester met jij aan.

Onbeschoft wijst aan, dat men wel de regels der wellevendheid kent, maar ze opzettelijk overtreedt, met het doel iemand daardoor te beleedigen. Door zulk een onbeschoft antwoord van den boer werd de Burgemeester woedend.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 373:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 78:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 108:

plomp, lomp

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

lomp
elegant, fijn, gracieus, kies, sierlijk, zwierig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0033 c