rol

als woordenboektrefwoord:

rol:
m. aan de rol, aan 't feestvieren.
rol:
v. (-len), cilindervormig voorwerp.
rol:
v. (-len), naamlijst.
rol:
v. (-len), persoon, in een toneelspel voor te stellen.
rol:
v. (-len), hetgeen de toneelspeler leert.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

rol (zn) :
lijst, naamlijst, register
rol (zn) :
personage, tekst
rol (zn) :
cilinder, wals
rol (zn) :
functie

als synoniem van een ander trefwoord:

slag (zn) :
bons, bots, coup, deuk, dof, dreun, floep, haal, houw, kap, klak, klap, klets, klop, knak, knal, knauw, kneep, knots, lap, lel, mep, mot, oorveeg, oorvijg, oplawaai, opstopper, pardaf, patat, pats, peer, pees, percussie, pets, plakkaat, plets, plof, rol, schot, smak, stamp, stomp, stoot, tik, veeg, weerbots, zweepslag
lijst (zn) :
aaneenschakeling, cedel, ceel, enumeratie, opeenvolging, opgaaf, opsomming, ranglijst, reeks, register, rij, rol, staat, tabel, tableau, tafel
functie (zn) :
ambt, baan, beroep, betrekking, bezigheid, dienst, job, officie, officium, plaats, positie, post, rol, taak, waardigheid, werk, werkzaamheid
register (zn) :
bladwijzer, blafferd, index, inhoudsopgave, kohier, lijst, rol, tabel, tableau
hoedanigheid (zn) :
attribuut, rol, staat, status, waardigheid
tabel (zn) :
overzicht, register, rij, rol, staat
partij (zn) :
deel, onderdeel, rol, stem
cilinder (zn) :
buis, koker, rol, zuil
personage (zn) :
medespelende, rol
zwier (zn) :
boemel, rol

woordverbanden van ‘rol’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Een stuk papier waarop men in geregelde volgorde de stipulaties van eene overeenkomst of een aantal aanteekeningen van zaken, die men niet uit het geheugen mag verliezen, heeft opgeteekend. Cedel (ceel) noemt men inzonderheid eene lijst voor tijdelijk gebruik, of eene opsomming van voorwaarden bij eene overeenkomst, die niet van zoo langen duur is, dat men er eene formeele acte voor noodig acht. Toen hij zijn huisraad en alles opgeschreven had, was het eene lange ceel, doch de waarde was niet groot. Eene huurceel, pachtceel, rouwceel. Lijst zegt men van eene reeks namen, onder elkander opgeteekend; verder van namen en woorden in geregelde volgorde geboekt. Worden verschillende zulke lijsten tot een geheel vereenigd dan vormen zij een register. De registers van den burgerlijken stand. De lijsten en staten der schutterplichtigen. Soldaten op de lijst brengen. Rol zegt men vooral van de lijst, waarop door een rechterlijk college de te behandelen rechtzaken naar hare volgorde gebracht worden, en van de scheepslijst, waarop de namen van al het scheepsvolk, dat zich aan boord bevindt, worden opgeteekend. De zaak is op de rol. De monsterrol. De scheepsrol.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 429:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c