koker

als woordenboektrefwoord:

koker:
m. (-s), cilindervormige doos.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

koker (zn) :
doos, trommel, etui, omhulsel, schede, holster, foedraal
koker (zn) :
etui, buis, pijp, schacht, schede, huls, foedraal

als synoniem van een ander trefwoord:

omhulsel (zn) :
overtrek, kapsel, huisje, koker, hoes, bedekking, kast, mantel, huls, omwindsel, omkleding, hulsel, omkleedsel, bekleedsel
trommel (zn) :
doos, bus, koker, droogtrommel, blik, broodtrommel, cassette, remtrommel, lunchtrommel, koektrommel, beschuitbus
buis (zn) :
slang, koker, goot, leiding, pijp, schacht, cilinder
schacht (zn) :
koker, stang, buis, stok, pijp, staaf, staak, steel
foedraal (zn) :
overtrek, doos, huisje, koker, etui, schede, huls
wel (zn) :
bron, koker, waterput, schacht, put, welput
schede (zn) :
huisje, koker, hoes, foedraal, schee
goot (zn) :
koker, buis, afvoerbuis, pijp
schacht (zn) :
koker, mijnschacht, mijnput
etui (zn) :
koker, foedraal, doosje
leiding (zn) :
koker, buis, pijp, draad
bus (zn) :
koker, buis, cilinder
cilinder (zn) :
koker, rol, zuil, buis
huls (zn) :
koker, etui, omhulsel
patroon (zn) :
vulling, koker, huls
pijp (zn) :
koker, buis

woordverbanden van ‘koker’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c