kast

als woordenboektrefwoord:

kast:
v. (-en), afgeschoten bergplaats ; meubel. kastje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kast (zn) :
bergmeubel, buffet, commode, hangkast, ladekast, legkast
kast (zn) :
bak, cachot, gevang, gevangenis, lik, nor, petoet
kast (zn) :
bergruimte
kast (zn) :
hok, kamer
kast (zn) :
omhulsel
kast (zn) :
kroeg
kast (zn) :
kist
kast (zn) :
kas

als synoniem van een ander trefwoord:

gevangenis (zn) :
bajes, bak, cachot, cel, gevang, gevangenhuis, gribus, huis van bewaring, kast, kerker, kot, lik, nor, penitentiaire inrichting, pensionaat, petoet, pot, rijkshotel, strafgevangenis, strafinrichting, tronk, viool
kroeg (zn) :
café, herberg, kabberdoes, kast, keet, kit, kraantje-lek, krocht, pub, slijterij, staminee, tapperij, taveerne, tent, wijnhuis
omhulsel (zn) :
bedekking, bekleedsel, hoes, huisje, huls, hulsel, kapsel, kast, koker, mantel, omkleding, omkleedsel, omwindsel, overtrek
stelling (zn) :
getimmerte, kast, rek, steiger, stellage
kas (zn) :
doos, foedraal, kast

woordverbanden van ‘kast’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c