staat

als woordenboektrefwoord:

staat:
m. (staten), stand, rang ; opschik; lijst; rijk, gebied.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

staat (zn) :
conditie, stand van zaken, situatie, toestand, gesteldheid, hoedanigheid
staat (zn) :
overzicht, opgave, tabel, lijst, uittreksel
staat (zn) :
stand, waardigheid, status, rang, standing
staat (zn) :
overheid, regering, vadertje staat
staat (zn) :
rijk, land, gebied, natie
staat (zn) :
gelegenheid
staat (zn) :
berekening

als synoniem van een ander trefwoord:

gebied (zn) :
landschap, omvang, land, rijk, omgeving, regio, terrein, domein, staat, streek, zone, district, territorium, gewest, rayon, contreien, areaal, invloedssfeer, landstreek, contrei, gouw, revier
overzicht (zn) :
schets, kijk, terugblik, staat, hoofdlijn, extract, samenvatting, revue, bulletin, uittreksel, resumé, synopsis, historiek, epitome, wedersamenstelling, resumptie, excerpt, aperçu, bilan
lijst (zn) :
tafel, rol, tabel, rij, ranglijst, opsomming, staat, reeks, register, tableau, opgaaf, opeenvolging, enumeratie, aaneenschakeling, ceel, cedel
macht (zn) :
gezag, overheid, bewind, staat, wereldmacht, heerschappij, supermacht, regime, mogendheid, staatsmacht, machtsblok, grootmacht, puissance
situatie (zn) :
gelegenheid, affaire, stand, stand van zaken, staat, toestand, gesteldheid, context, omstandigheid, tafereel, bedoening, constellatie
stand (zn) :
plaats, houding, plaatsing, situatie, halt, stilstand, staat, toestand, gesteldheid, ligging, positie, pose
toestand (zn) :
conditie, stand, stand van zaken, situatie, staat, gesteldheid, status, omstandigheid, positie, junctuur
hoedanigheid (zn) :
functie, aard, aspect, staat, eigenschap, kwaliteit, gesteldheid, geaardheid, dimensie
rang (zn) :
plaats, stand, trap, graad, staat, klasse, niveau, waardigheid, positie, standing
positie (zn) :
stand van zaken, situatie, staat, toestand, gesteldheid, constellatie
conditie (zn) :
staat, toestand, gesteldheid, omstandigheid
hoedanigheid (zn) :
rol, staat, waardigheid, status, attribuut
tabel (zn) :
overzicht, rol, rij, staat, register
rijk (zn) :
gebied, land, domein, staat, natie
land (zn) :
rijk, grondgebied, staat, natie
status (zn) :
staat, toestand, hoedanigheid
opgave (zn) :
overzicht, staat, opgaaf
mogendheid (zn) :
macht, staat, natie
peil (zn) :
staat, toestand
berekening (zn) :
som, staat

woordverbanden van ‘staat’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

land, gebied, staat, rijk

Land ziet op de staatkundige grenzen der oppervlakte; staat op de maatschappelijke vereeniging der inwoners; rijk noemt men alleen een staat in zooverre de inwoners door een vorst geregeerd worden; gebied in zooverre een geregeld bestuur over eene zekere uitgestrektheid gronds zijn gezag doet gelden.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 356:

land, staat, rijk

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0045 c