rascal (zn):
One who is playfully mischievous
aap, apekop, apenkop, belhamel, bengel, blaag, boefje, deugniet, doerak, dondersteen, donderstraal, kapoen, kwajongen, lorejas, nietdeug, ondeugd, pagadder, rakker, rekel, schavuit, schobbejak, snotjongen, stouterd, stouterik, vlegel, vlerk
rascal (zn):
A deceitful and unreliable scoundrel
schurk, knecht, boy, boef, bedrieger, schelm
Via: Ensyns.nl
rascal (zn):
bengel(en) —.
(fi) vintiö.
(pl) —., deugniet(en) —.
(pl) —., rakker(en) —.
(fi) vintiö., rekel(en) —.
(fi) vintiö., vlegel(en) —.
(fi) vintiö., doerak(en) —., schoffie(en) —., lummel(sv) föraktlig och ohederlig människa., rotjongen(pl) —., smeerlap(pl) —., sodemieter(de) —.
rascal (bn):
gemeen(en) —., ordinair(en) —., vulgair(en) —., rekel(es) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com