scallywag (zn):
One who is playfully mischievous
aap, apekop, apenkop, belhamel, bengel, blaag, boefje, deugniet, doerak, dondersteen, donderstraal, kapoen, kwajongen, lorejas, nietdeug, ondeugd, pagadder, rakker, rekel, schavuit, schobbejak, snotjongen, stouterd, stouterik, vlegel, vlerk
scallywag (zn):
A deceitful and unreliable scoundrel
schurk, knecht, boy, boef, bedrieger, schelm
Via: Ensyns.nl
scallywag (bn):
rakker(es) —., rekel(es) —.
scallywag (zn):
smeerlap(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com