Vertaling van 'steal' uit het Engels naar het Nederlands

steal (zn):
An advantageous purchase
aanbieding, gelegenheidsaanbieding, gelegenheidskoopje, gunstkoopje, koopje, meenemer, meenemertje

steal (ww):
Take without the owner's consent
pikken, gappen, jatten, ontvreemden, stelen, roven

Via: Ensyns.nl

steal (ww):
stelen(en) —.
(en) —.
(de) transitiv, umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen.
(de) unbemerkt weggehen.
(de) einen Diebstahl begehen.
(lt) lt.
(fr) S’approprier le bien d’autrui.
(tr) Başkasının malını izinsiz almak.
(sv) ta en annans egendom.
(ru) похищать.
, jatten(en) —.
(de) transitiv, umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen.
(lt) lt.
(sv) stjäla, knycka, snatta.
, gappen(en) —.
(fr) S’approprier le bien d’autrui.
(sv) stjäla, knycka, snatta.
, ontvreemden(en) —.
(lt) lt.
(fr) S’approprier le bien d’autrui.
, bestelen(es) —.

steal (zn):
diefstal(en) —., koopje(en) —., roof(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken