Vertaling van 'tack' uit het Engels naar het Nederlands

tack (zn):
(nautical) a line (rope or chain) that regulates the angle at which a sail is set in relation to the wind
want

tack (ww):
Create by putting components or members together
zich verzamelen, samenkomen, in elkaar zetten, monteren, assembleren, componeren, construeren, opbouwen, samenstellen

tack (ww):
Turn into the wind
wenden

Via: Ensyns.nl

tack (zn):
kopspijker(en) —., overstag gaan(en) —., duimspijker(fr) Petit clou., punaise(fr) Petit clou., schoot(fr) Cordage attaché au coin inférieur d’une voile., speld(fi) kiinnittämiseen käytettävä nupillinen neula.

tack (ww):
overstag gaan(en) —.
(fr) Navigation.
, laveren(de) seitlings gegen den Wind segeln.
(fr) (Marine) Faire plusieurs routes en zigzag au plus près du vent, en lui présentant tantôt un côté du bâtiment, tantôt l’autre..
, kruisen(de) seitlings gegen den Wind segeln.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.