Vertaling van 'wail' uit het Engels naar het Nederlands

wail (zn):
A cry of sorrow and grief
weeklagen, weeklacht, jammerklacht, gejammer, geweeklaag, gekerm, verzuchting

wail (ww):
Emit long loud cries
uitroepen

wail (ww):
Cry weakly or softly
dreinen, kreunen

Via: Ensyns.nl

wail (zn):
kreet(en) —., schreeuw(en) —.

wail (ww):
blèren(de) ein bestimmtes Geräusch (ein Heulen) erzeugen.
(de) umgangssprachlich: weinen.
, huilen(de) ein bestimmtes Geräusch (ein Heulen) erzeugen.
(de) umgangssprachlich: weinen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken